Ik ben heel all-round bezig

Gerba Buunk heeft jaren als internist in het Franciscus ziekenhuis in Roosendaal gewerkt en is retrograad geregistreerd als internist acute geneeskunde. Ze is sinds 2014 naar het Amphia ziekenhuis overgegaan om daar de acute geneeskunde op de kaart te zetten. Ze heeft onder meer bijgedragen aan de acute opname afdeling, die begin dit jaar is geopend.

We praten met Gerba, haar college Ronald van Etten, internist-nefroloog en Frank Jaspers teamleider spoedeisende hulp (SEH) en acute opname afdeling (AOA).

Wat was voor jullie maatschap de aanleiding om een internist acute geneeskunde aan te nemen?

Ronald: Strategisch heeft de maatschap interne zich gebogen over de volgende vragen:

Waar staat de interne geneeskunde in het ziekenhuis? En waar kan de interne geneeskunde zich in positioneren?

Uiteindelijk kwamen we tot de volgende visie: de interne is een blijvend en breed specialisme dat in de kliniek een hele grote rol zou moeten blijven spelen in de opvang en behandeling van de multimorbide patiënten. De vakgroep heeft toen de uitspraak gedaan dat de acute geneeskunde binnen onze vakgroep beter ontwikkeld moest worden.

Was de aangetrokken internist uitbreiding of vervanging?

Ronald: Gerba is in de plaats van een algemeen internist gekomen, die met pensioen ging. 

Hoe was de acute internistische zorg eerst geregeld? En nu?

Gerba: Voordat ik kwam deed de dienstdoende “dag internist” de spoedeisende hulp naast een spoedpoli. De daadwerkelijke aanwezigheid op de spoedeisende hulp van de “dag internist” hing af van andere taken en de interesse voor de acute geneeskunde van de desbetreffende collega. Sinds mijn komst heb ik als internist acute geneeskunde een deel van deze taken overgenomen. Daarnaast ben ik ook medisch manager van de spoedeisende hulp en inmiddels ook de acute opname afdeling. Verder geef ik ABCDE onderwijs, supervisie van arts assistenten en ook onderwijs aan verpleegkundigen

Wat was voor het ziekenhuis de aanleiding om een internist als medisch manager te vragen naast een snijdend specialist?

Frank: Voor de komst van Gerba was de chirurg de medisch leider van de spoedeisende hulp. Het aanbod op de spoedeisende hulp was in het verleden:70 % snijdend en 30 % beschouwend. Sinds een paar jaar is het aanbod veranderd in 70 % beschouwend 30% snijdend. We hebben nu Gerba, die het beschouwende gedeelte aanstuurt en Peter Joosten, een orthopeed, die het snijdende gedeelte aanstuurt. De taken zijn niet precies afgebakend.

Wat zijn je taken als medisch manager?

Gerba: Ik ben verantwoordelijk voor de kwaliteit van patiëntenzorg in brede zin en onderhoud de contacten met andere poort specialismen, RAV (ambulance dienst) en huisartsen post. Frank Jaspers zorgt voor de personele en aanverwante zaken. Peter (orthopeed) en ik doen vooral de medisch gerelateerde zaken. Voor de begroting van de afdeling zijn we gezamenlijk verantwoordelijk.

Hoeveel tijd neemt het management in beslag?

Gerba: Ik heb er een dagdeel tijd voor gekregen, maar het betekent niet dat ik in een dagdeel klaar ben. Eigenlijk is er elke dag wel wat te doen. Ik besteed er heel veel tijd aan tussen mijn patiënt gebonden taken door.

Jij bent de enige internist acute geneeskunde. Worden de overige dagdelen de SEH gesuperviseerd door internisten zonder acute geneeskunde subspecialisatie?

Gerba: Ja, eerst deed ik alleen de hele maandag en de anderen hadden de andere dagen van de werkweek. Vanaf 1 februari is mijn aandeel in de supervisie van de SEH en AOA groter dan de rest van de vakgroep.

Hoe doen de andere vakgroepleden de supervisie van de SEH en AOA?

De andere personen van de vakgroep hebben 2 tot 3 weken per jaar een week SEH/AOA supervisie . Ze doen in principe ook een blok van een week.

Omdat ze vrij gepland zijn van andere taken kunnen zij ook laagdrempelig naar de SEH komen voor directe supervisie.

‘ik ben een groot voorstander van de specialist op de spoedeisende hulp’

Waarom heeft het Amphia geen SEH artsen in dienst?

Frank: Wij hebben nooit SEH artsen gehad. Daar hebben we goed over nagedacht. Het idee in het Amphia is, dat SEH artsen zorgen dat specialisten van de SEH af gaan. Op dit moment zie ik dat de specialisten op de SEH komen en daar hun actieve superviserende rol nemen. Voor de verpleegkundige is dat heel belangrijk, want er moeten besluiten genomen worden. Jonge arts-assistenten op de SEH worden vaak overweldigd door de drukte. Specialisten op de SEH kunnen hen daarin helpen en steunen. Dus ik ben een groot voorstander van de specialist op de spoedeisende hulp.

 Van de SEH gaan we over naar het oprichten van de acute opname afdeling (AOA) Wat waren de argumenten voor het oprichten van een AOA?

Ronald: zoals al eerder genoemd kwam de maatschap tot de conclusie dat de toekomst van de interne geneeskunde ligt in de acute zorg. De AOA ligt in het verlengde ervan. Daarvoor discussieerde men in het ziekenhuis regelmatig over de kwaliteit van de opvang van opgenomen patiënten. Men vond dat de kwaliteit op de afdeling moest verbeteren.

Ik denk dat de zorgzwaarte van de patiënt is toegenomen en dat het opnameproces met alle veiligheidsaspecten veeleisender is geworden is.

 Frank: Als je geen AOA hebt dan ben je afhankelijk van het beddenhuis. Dan moet je maar afwachten waar en wanneer er bedden zijn. De directie wilde een plek hebben waar je patiënten 24 uur per dag kan opvangen. Je kan je personeel er speciaal voor scholen. Op de AOA werken nu verpleegkundigen die allemaal een BIAZ (Basis intensieve acute zorgverlening) hebben gedaan.

‘Wij dokters zijn namelijk goed in plannen maken, maar om ze daadwerkelijk tot uitvoering te brengen: dat is iets anders.’

 

Hoe is de acute opname unit in het Amphia tot stand gekomen? Was het een plan dat uitging van de specialisten of van de directie?

Ronald: Ik ben samen met de bedrijfsmanager van de interne begonnen met een discussiegroep op te richten waarvoor we alle specialisten hadden uitgenodigd. Aanvankelijk was iedereen positief maar al gauw bleek dat de diverse specialismen verschillende inzichten en verwachtingen omtrent de AOA hadden.

We hebben ook gezegd dat we als dokters niet de hele projectorganisatie voor onze rekening zouden nemen. We hebben direct het commitment van de directie gevraagd. En we hebben gevraagd om met ons mee te denken. Er is project managers met organisatorische kwaliteiten, Bonny Noet, door de directie beschikbaar gesteld. Zij heeft het project gaande heeft gehouden. Wij dokters zijn namelijk goed in plannen maken, maar om ze daadwerkelijk tot uitvoering te brengen: dat is iets anders.

We hebben wel meegeholpen met het tot stand brengen van een rapport gericht op het zorgproces en met een businesscase. Uiteindelijk kregen we groen licht van de directie en zijn we met een paar specialismen: interne, mdl, long van start gegaan.

En hoe werkt de AOA in de praktijk?

Frank: We plaatsen 2 keer per dag overdag over naar de afdelingen als patiënten langer dan 48 uur in het ziekenhuis moeten blijven. De rest van de tijd is er geen overplaatsing naar de andere afdelingen mogelijk en daarmee wordt rust gecreëerd Als je focus ligt op het feit dat je binnen 48 uur moet weten of een patiënt moet overplaatsen naar een afdeling of naar huis. Dan wijst de praktijk uit dat 50% van de patiënten binnen 48 uur naar huis gaat. Als je dat bedenkt dan wil iedereen morgen een AOA.

Gerba: We hebben heel veel afspraken (service level agreements) met de diverse disciplines gemaakt. En ik moet zeggen dat het fantastisch werkt. Je vraagt een echo aan en je merkt dat de patiënt achter je rug vertrekt voor diezelfde echo. Dat scheelt heel veel tijd. Je hebt ook de aandacht van de specialist zelf die op de AOA niet even de supervisie doet, maar die zelf de patiënten ziet. Wij hebben om 8 uur de “dagstart” zoals dat heet. Dan zitten alle deelnemende specialismen even bij elkaar. Dan worden alle 36 patiënten even een halve minuut per patiënt besproken. Daarna gaan we naar de eigen overdracht. De verpleegkundigen kunnen dan al het nodige regelen. En bovendien is het handig om even multidisciplinair kort met elkaar kan overleggen.

Op de AOA wordt in de ochtend door de specialist zelf visite gelopen. En aan het einde van de dag wordt er een kort rondje gelopen.