Een 56-jarige patiënt met een blanco voorgeschiedenis wordt verwezen naar de SEH in verband met dyspnoe. Hij heeft sinds een week malaise klachten, koorts en hoesten. In de ABCDE zijn er geen afwijkingen gevonden, met name een normale saturatie en een ademfrequentie van 18/minuut. Na anamnese en lichamelijk onderzoek is de werkdiagnose een COVID-19. U verricht een 12-punts echografie van de longen en ziet daarbij onderstaande beelden:

Linker long (alle velden)

Rechter long basaal (overige velden conform plaatje linker long)

Vragen:

  • Passen deze bevindingen bij een COVID-19?
  • Kan patiënt op basis van de echo veilig naar huis ontslagen worden?

Toelichting casus
Echografie van de longen komt goed overeen met de afwijkingen op de CT-scan (figuur 1).   Kenmerkend bij COVID-19 is de “patchy” verdeling zoals plaatje A van de rechter long laat zien. Hierop is een normaal A-patroon te zien links van de rib en confluerende B-lijnen rechts. Plaatje B toont de kenmerkende subpleurale consolidaties met een diffuus B-lijn-patroon (“waterfall” fenomeen). Een recente studie van een Nederlandse groep van de acute interne geneeskunde toont een hoog negatief voorspellende waarde (NPV 91.0) van de echo voor COVID-19 (figuur 2). [1]  Indien er afwijkingen zijn in slechts 1 unilateraal veld, dan is de kans op een ernstig beloop (zuurstof-afhankelijkheid of IC-opname) zeer klein en kan patiënt dus veilig ontslagen worden van de SEH. Nieuwe protocollen gebruiken deze informatie ook in de risico stratificatie, zoals het CLUE-protocol (figuur 3).

Conclusie: Longechografie en CT hebben vergelijkbare diagnostische gevoeligheid voor COVID-19 en kunnen een belangrijke bijdrage leveren in de besluitvorming.

Figuur 1

Figuur 2

Figuur 3

Referentie
[1] Lieveld AWE, Kok B, Schuit FH et al. Diagnosing COVID-19 pneumonia in a pandemic setting: Lungultrasound versus CT (LUVCT) A multi-centre prospective. Observational study. ERJ open res 2020; in press.